Wat de mens niet kan

Wat de mens niet kan

MENS EN HOND jagen al tienduizenden jaren samen. De jachthond is voor de jager een onmisbaar hulpmiddel bij het bemachtigen van het wild. De hond doet het werk waar de jager niet toe in staat is. Honden kunnen beter zien en horen dan de mens. Het sterk ontwikkelde reukorgaan is het belangrijkste wapen van de jachthond.

Een goede jachthond zal niet in de dierenwinkel (of op Marktplaats) te vinden zijn. Rashonden koopt men het beste bij een serieuze fokker via een rasvereniging. De speciaal gefokte jachthonden zijn niet goedkoop. De populaire Labrador, Golden retriever en de Duitse Staande Langhaar kosten al minstens € 750,00. De Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) beklemtoont dat de koper vooraf goed moet weten wat hij wil van het dier. Elke jager/voorjager stelt namelijk andere eisen aan een hond. Waarop wil hij jagen? Wil de jager/voorjager een speurhond voor het bos of jaagt hij liever op grote velden?
Elk ras heeft specifieke eigenschappen. Een allround jager doet er het beste aan een allround hond te kiezen. Hoewel elke jachthond wild moet kunnen opsporen en apporteren, zijn er specialisten. Staande honden worden gebruikt om wild te lokaliseren. Om de geur van het wild op te vangen (de verwaaiing) zoeken staande honden met opgeheven hoofd tegen de wind in. De hond wijst de jager het wild aan door stokstijf te ‘staan’ op de plek waar het wild zich bevindt. Op commando van de jager ‘stoot’ de hond het wild op. De staande hond mag het wild niet achtervolgen. Staande honden worden weinig gebruikt bij de jacht in het bos. De hond is immers door de bomen moeilijk te traceren voor de jager.

Apporteerhonden sporen het geschoten wild op en brengen het ‘onbeschadigd’ naar de jager, het z.g. apporteren na het schoten dit is ook wat Cursus Zelfopleiding Jachthonden inhoudt.
De bekendste apporteerhonden zijn de Labrador en de Golden Retriever, die een waterafstotende vacht en zwemvliezen tussen hun tenen hebben.

De bekendste retriever rassen staan hieronder.
Klik op de afbeelding en bezoek de rasvereniging.

 

Ook zijn er nog de z.g. allrounders, deze honden kunnen zowel na het schot als voor het schot werken.

Uiteraard zijn er ook nog andere specialisten o.a. de aardhond, drijfhonden, zweethonden etc. deze zullen wij hier niet behandelen maar informatie hierover kunt u vinden op de websites van de rasverenigingen.

Om een jachthond topprestaties te laten leveren, is een intensieve training, tijd en goede voeding noodzakelijk. De basis van de africhting van de jachthond wordt al gelegd in de erste vier maanden. De KNJV organiseert door het hele land opleidingen voor jachthonden. Een hond wordt getraind om de valplaats van het wild te onthouden of op te sporen, over sloten met koud water te zwemmen, door dichte braamstruiken te zoeken en ruwe en moeilijk begaanbare hellingen af te gaan etc. De training wordt afgesloten met de jachthondenproeven die meestal in zomer en herfst worden gehouden. Baas en hond moeten een aantal kunstmatige proeven afleggen. De proeven worden gehouden met voorgeschoten konijnen en eenden ( z.g. koud wild).

Indien men een KNJV B-diploma behaalt kan men zich inschrijven voor de Meervoudige Apporteer Proeven, hier bij worden jachtsituaties nagebootst, maar ook hiervoor geldt dat er voor deze MAP’s wel degelijk goed moet worden getraind.

Niet alle honden zijn geschikt om getraind te worden voor de jacht. Als het instinct, het uithoudingsvermogen en de intelligentie ontbreken bij een hond, of de voorjager is niet geschikt, dan zal de beste trainer er geen jachthond van kunnen maken. Essentieel is dat een hond rustig en gehoorzaam is, geen koudwatervrees heeft, tegen het geluid van een schot kan en heel goed onder appel staat. Uiteraard is dit maar een summiere opsomming uw instructeur kan u hierover nog veel meer vertellen.